Er is een nieuw blad aan het magisch Herbarium toegevoegd, over de Alruin. Een bijzondere plant met een illustere geschiedenis en folklore.
Mettertijd hoop ik alle herbarium bladen in een bundel aan te bieden, voor nu, is het een heerlijk persoonlijk naslag weg. En af en toe plaats ik iets in het online blad Eik-en-Blad, waar ik voor schrijf en redacteur ben. Kom daar zeker ook eens kijken!
Wat ik niet aan het blad heb toegevoegd, maar in mijn studie wel tegen kwam, is een prachtig dichtwerk waarin de Alruin en zijn vele eigenschappen genoemd worden. Let op, wel moeilijk te lezen, oud-Nederlands!
Uit: Herbarius, ca. 1484
Dichter: Jacob van Maerlant
Mandragora, als Platearius kent,
es .i. cruud van Orient.
Cout eist ende droghe der toe.
Men vinter of hie ende soe;
die hie es gheblaet inder ghebare
alsoft .i. bete ware,
de soe alst waren louwre blade.
Apple draghen dese ghegade,
soete riekende alsmen weet,
dat men der erden apple heet.
Uut blade ende wortele sine
sijn nuttelic ter medicinen.
Die in heten suchten legt
ende te slapene niet ne plegt,
so salmen met mandraghen bladen
vrouen melc stampen ende begaden,
ende twitte van eye, dies ghelovet,
.i. plaester maken vort vorhoft
bedecter em dien slaep mede.
Die van groter hethede
sijn hovet swert legghe de blade ghewreven
an sinen slaep, et sals begheven.
Dus als hier bescreven staet
maecmen olie mandragoraet:
Die apple stampmen clene
ende mincse met olien ghemene,
dan sietment te samen heet
ende duet dor .i. cleet.
Dits olie mandragoraet
dar hoftswere bi vergaet.
Ende wel slapen doet mede,
ende es goet jeghen allen rede,
up datmen mede striken doe
vorhoft ende slaep der toe.
Men sal oec in goeden wine
.i. stic sieden die wortele sine,
ende ghevent hem drinken diet so staet
dat men hem die lede of slaet,
hi sal hem slapende so vergheten
dat hi der dinc niet sal weten.